
De Hemel
In veel religies is de hemel (ook hemelen, zevende hemel of zeven hemelen) een plaats of bestaanssfeer waar God of de goden en engelen verblijven en waar men, of de ziel, na de dood volgens gelovigen heen kan gaan en die gekarakteriseerd wordt door het inherent aangenaam of gelukkig zijn van het bestaan daar. In de middeleeuwen sprak men het onder andere van het empyreum, de zesde der zeven sferen; in overdrachtelijke zin: het paradijs. In veel van de wereldreligies enspirituele filosofieën wordt een vorm van een of meer hemels erkend.
Er zijn twee typen van visies op het leven na de dood. Het eerste is gebaseerd op een vorm van geloof in bijvoorbeeld de Bijbel, de Koran of de Talmoed. Dit artikel gaat over deze visies. Er is ook een type van visie op het leven na de dood die gebaseerd is op waarnemingen, bijvoorbeeld van bijna-doodervaringen, uittredingen,bandstemmen en mediums. Ook wetenschappelijk onderzoek naar het leven na de dood, bijvoorbeeld het werk van Pim van Lommel[1] en andere wetenschappers[2]is van dit type. Punt van discussie is dan altijd of het om echte waarnemingen gaat of om voorstellingen die door het brein zelf worden geproduceerd.
De oudste associaties van de relatie tussen hemel en het uitspansel gaan terug tot de astronomie in de oudheid.
- Kenmerken[bewerken]
Veel religies hebben de hemel(en) voorgesteld als bevolkt met engelen, demonen, goden en godinnen. Soms (bijvoorbeeld in het boeddhisme en het hindoeïsme) wordt een leven in een hemel als een fijnstoffelijk of immaterieel (puur geestelijk) leven beschreven. Men heeft er dus geen fysiek lichaam zoals de mens (op aarde) dat heeft. Sommige religies (de monotheïstische religies) stellen zich de hemel voor als een plaats waar men het eeuwig leven heeft; in andere religies is het leven in een hemel slechts tijdelijk.
Door sommige moderne, maar in de christelijke leer orthodoxe, filosofen en theologen wordt verondersteld dat de hemel in een 'hogere dimensie' gesitueerd is. Driedimensionale wezens (zoals de mens) kunnen zich de hemel daardoor niet voorstellen. Deze hogere dimensie 'omvat' als het ware ons heelal, dat dus een deel zou zijn van deze hogere dimensie. Zie ook de boeken van C.S. Lewis waarin dit nader wordt uitgewerkt.[3]
Het concept hemel is binnen de christelijke en islamitische religies duidelijker gedefinieerd dan in het jodendom. In de joodse conceptie van het leven hierna is er soms sprake van "olam haba", de wereld die komen zal, maar het concept van leven na dit leven is in het judaisme nooit zo officieel en systematisch uitgewerkt als in het christendom en in de islam. Het jodendom zou volgens vele rabbijnen een onafscheidbare eenheid van lichaam en ziel leren: als het lichaam sterft dan gaat degeest (wat in de joodse visie eerder een soort 'levengevende' kracht is, uitgaande van God, die het lichaam levend maakt dan een bewuste geest) terug naar God en is de 'bewuste persoon' er niet meer. Alleen bij de verrijzenis op het eind der tijden als geest en lichaam door God herenigd worden is men weer een compleet en bewust persoon.
Het Elysium was in de klassieke mythologie de plaats waar de gelukzaligen verbleven. Deze uitverkorenen gingen na hun dood naar de Elizeese velden.
De hemel is binnen het christelijk geloof een belangrijke doctrine, omdat er na het leven een opwekking uit de dood is, waarna men ofwel de hel, het vagevuur (bijkatholieken) of de hemel kan betreden. Over de toestand direct na de dood is het Nieuwe Testament niet echt duidelijk. Sommige stromingen nemen aan dat men na de dood niet bewust meer is totdat de doden allemaal opgewekt worden door God bij het laatste oordeel zoals ook in het jodendom geleerd wordt. Dit leren bv. deJehova's getuigen (het 'herinneringsgraf') en ook verscheidene protestants evangelische kerken. Zij zeggen dat het concept van een ziel 'gevangen' in het lichaam en deze verlatend bij de dood een typisch platonische leer is die in de eerste eeuwen het christendom is binnengeslopen. Andere menen dat men wel een bepaalde 'tussenstaat' ervaart totdat de ziel/geest definitief weer herenigd wordt met het opgestane lichaam. Zij beroepen zich op de parabel van Jezus over de arme Lazarusdie na zijn dood in 'Abrahams schoot' rust terwijl de rijke in de hel zit. Maar volgens anderen is dit een allegorisch verhaal dat Jezus vertelde om te illustreren dat het gedrag tijdens het leven gevolgen heeft voor iemands uiteindelijke bestemming na de dood, terwijl het niet letterlijk over 'het leven na de dood' ging.
- Islam[bewerken]
Zie Akhirah voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
De hemel (Ar.:جنة, al-janna, djanna (de tuin)) wordt binnen de islam voorgesteld als een weelderige tuin. In soera De Gelovigen staat beschreven dat de hemel uit 7 lagen bestaat. Soera Mohammed spreekt van rivieren van wijn, melk, honing en water. Met betrekking tot deze wijn die haram op aarde is, moet in acht worden genomen dat de aardse beperkingen, zoals dronken worden, in de hemel niet mogelijk zijn. In Soera De Resurrectie staat dat de mensen er bediend zullen worden door knapen en maagden,en dat het grootste genot het aanschouwen van het Gods aangezicht is. Bepaalde stromingen binnen de islam gaan van een bepaalde tafsir uit dat de mens niet voor het aanschijn Gods kan komen staan.
Het is niet duidelijk of een overledene direct na het overlijden de hemel kan betreden. Eerst verkeert men in het zogenoemde barzakh (hindernis), een soort slaaptoestand. In soera De Gelovigen 100 wordt gesteld:[4]
Opdat ik recht doe in hetgeen ik heb achtergelaten." (Dan wordt er gezegd): "In geen geval; het is slechts een woord dat hij uit." En achter hen is een hindernis tot de Dag waarop zij gewekt zullen worden.
In oosterse religies (en in een aantal westerse tradities) bestaat de leer van reïncarnatie en wedergeboorte, en is het concept hemel daardoor minder dominant dan in de monotheïstische religies.
Het begrip hemel is vaak wel aanwezig, zoals in het boeddhisme, waar verschillende hemelen zijn; zij die goed karma hebben verworven worden opnieuw geboren als een deva (de boeddhistische term voor goden), in een hemel. Hun verblijf daar is echter niet eeuwig; na verloop van tijd sterven ook de devas, en zij worden daarna wederom wedergeboren ofwel als mens, dier, geest, in een hel of opnieuw in een andere of dezelfde hemel. In het boeddhisme is wedergeboorte in een hemel een goed of gunstig iets, maar het is niet het voornaamste doel van de religie; dat is het bereiken van het Nirwana.
In de Chinese volksreligie is de hemel, de woonplaats van de Chinese goden. De hemel wordt daarom soms vertaald als "Woonkamer van de goden" (天庭). Maar men gelooft ook dat overleden mensen opstijgen naar de hemel. De voorouders leven in de hemel en kijken naar hun levende nageslacht in onze wereld. Mensen die de Chinese volksreligie belijden, geloven dat de voorouders in de hemel hun levende nageslacht kunnen helpen door bescherming tegen het kwaad, daarom is voorouderverering belangrijk voor veel Chinezen. Het enige verschil tussen de bewoners van de hemel is de indeling van overleden mensen en goden. Goden kunnen naar de aarde komen en overleden mensen niet.
Religies met een hemel verschillen in de manier waarop men deze kan verwerven of betreden.
- Sommigen (volgelingen van het universalisme) menen dat iedereen daar zal komen, hoe zij op aarde ook geleefd hebben.
- In religies als het boeddhisme, het hindoeïsmeen sommige christelijke stromingen onderwijst men dat het betreden of wedergeboren worden in een hemel afhankelijk is van hoe men geleefd heeft. Indien met een goed of eerlijk leven geleefd heeft of veel goede daden verricht heeft, zal men na de dood (waarschijnlijk) in een hemel leven. Zij die niet goed geleefd hebben komen na de dood in de hel terecht; een pijnlijke plaats (in het christendom ook wel een plaats van straf).
- In de islam is het al of niet verwerven van de hemel geheel de beslissing van God: in principe heeft de gelovige daarop weinig invloed. Het helpt wel als de moslim tijdens zijn leven de geboden van God zoals vastgelegd in de Koran, en uitgelegd door de moslimtheologen, in acht neemt. Dit weegt positief mee in het uiteindelijke oordeel. Maar uiteindelijk is de moslim niet zeker van zijn of haar behoud. Gelaten wacht men het oordeel van God af en zegt men: "Inshallah" (als God het wil). Ongelovigen en afvalligen kunnen wel zeker zijn van de eeuwige straf.
- Veel stromingen in het christendom maken de toegang niet afhankelijk van het verrichten van goede werken, maar van geloof en vertrouwen in God, en het aannemen van het aanbod van genade. Na de Zondevalzou de zonde in elke mens zitten (erfzonde) en zou iedereen gestraft moeten worden voor zijn zondige daden omdat Godoneindig rechtvaardig Maar omdat hij ook oneindig liefdevol is wilde God niet dat iedereen verloren gaat en zocht God een oplossing voor dit dilemma. Volgens de leer van het christendom heeft Jezus al vrijwillig betaald (met zijn leven als volmaakt zondeloos en onschuldig offerlam; zie ook Zoenoffer) voor de straf die bedoeld was voor de mens. Door het aannemen van dit aanbod van genade is de straf al gedragen en kan men de hemel binnentreden. In de calvinistische opvatting gaat men naar de hemel niet op basis van wat men gedaan of onafhankelijk gekozen heeft, maar omdat men door God uitverkoren (uitgekozen) is voor deze gunst (zie predestinatie). Omdat binnen het Calvinisme ook de rechtvaardiging op basis van geloof speelt, ligt hier een gevoelige relatie.

De poort naar de hemel
De Hel
De hel is een religieus concept en duidt een plek of bestaanssfeer aan waar men na de dood heen kan gaan en welke gekarakteriseerd wordt door een hoge mate aan fysieke en mentale pijn en lijden. In bijna alle religies is er sprake van de aanwezigheid van een of meer hellen. Het begrip hel komen we veel tegen binnen hetchristendom en de islam. Na te zijn gestorven, zouden de zielen naar het hiernamaals gaan. Conform de vroomheid, eerlijkheid, kuisheid en/of andere zaken wordt er door een hogere macht beslist of een ziel naar de hemel mag of dat deze naar de hel moet. De hel is in die zin het tegenovergestelde van de hemel, namelijk een verblijf in afwezigheid van God.
Woordafleiding
Het woord hel komt van het Oergermaanse woord *haljæ wat dodenrijk of onderwereld betekende.
De godin Hel was in de Noordse mythologie de koningin van de onderwereld (Helheim en Niflhel), zij had haar burcht in het diepste punt van de wereld. Dit punt heette, net als de burcht, Niflhel (Nevelhel) en dit was de plek waar alle doden naartoe gingen, ongeacht of zij goed of slecht geleefd hadden.
Garmr (een helhond) bewaakt de poort van het voorportaal Gnipahellir.
Voor de leefwijze in Niflhel hing het er wel vanaf hoe men geleefd had. Voor de zondigen was het er een straf. Naast Hels rijk was er nog een ander dodenrijk, hetWalhalla. Zij die dapper gevochten hadden op het strijdveld en waren gesneuveld werden door de Valkyrja's (ofwel Walkuren) in Freya's en Odins naam uitgekozen om naar het Walhalla te gaan.
Hel in het jodendom
"Hel", Gehenna, 2007
Binnen het jodendom spreekt men - in bijbelse tijd - over de onderwereld, het dodenrijk in algemene zin, de sheool. De overledenen leiden daar een schimmig bestaan, in afwachting van het oordeel. Pas in het jodendom van na de ballingschap komt er een tweede begrip op dat verwijst naar een plaats waar doden verblijven, gehinnom (Hebreeuws: גהנום). De naam is afgeleid van deGehennavallei die de Oude Stad van Jeruzalem, tezamen met een andere vallei, omringt. Waar de sheool een wachtplaats is waar allen verblijven in afwachting van de Olam Haba, is gehinnom een veel negatievere plaats, die nochtans niet met de christelijke voorstelling van de hel kan worden gelijkgesteld, omdat de duivel in de wereld van het jodendom niet die rol speelt als in het christendom.[1]
Hel in het christendom
Rooms-katholieken geloven dat de meeste zielen voor hun intrede in de hemel eerst nog tijdelijk gelouterd moeten worden in het vagevuur. Alle christenen die het Credo(de geloofsbelijdenis) belijden geloven dat de hel een plaats is waar de zielen van de verdoemden heen gaan. Deze zielen ondergaan geen loutering in het vagevuur om daarna het eeuwig leven te kunnen binnengaan, maar zijn voor eeuwig verloren. 'De hel zit vol zielen die geen geloof hebben gehecht aan het bestaan van de hel'. Voor rooms-katholieke en andere christenen is de hel een werkelijkheid die zich in het hier en nu kan manifesteren door de invloed van duivelse geesten en de satan. Zij is een werkelijkheid die bestaat naast de werkelijkheid van het leven van de mensen in de wereld en het leven van de zielen in de hemel en het vagevuur.
De rooms-katholieken geloven dat zij met hun gebed en geestelijke offers de zielen in het vagevuur vertroosting kunnen geven en een spoediger verlossing uit het vagevuur, terwijl de zielen in de hel niet meer gebaat zijn bij gebed of goede werken ter hunne verlossing gedaan, maar werkelijk reddeloos verloren zijn. Binnen de rooms-katholieke Kerk zijn middels vele privé-openbaringen hulpmiddelen gegeven aan de mensen om zich voor een eeuwige verdoemenis te bewaren. Zo is er de devotie van de drie weesgegroetjes, het dragen van het scapulier. Of het rozenkransje van Barmhartigheid geopenbaard door de heilig verklaarde zuster Maria Faustina Kowalska (Polen) waaraan de belofte verbonden is dat wanneer iemand dat gebed slechts één maal in zijn leven heeft gebeden, hij niet verloren zal gaan. Wat overigens niets zegt over de duur van het verblijf in het vagevuur. In de Bijbel is op meerdere plaatsen sprake van het bestaan van de hel, voornamelijk in het Nieuwe Testament.
In het Oude Testament wordt enkele malen gerefereerd aan een plaats waar de doden heengaan: de sheol. Deze conceptie van het hiernamaals maakt geen onderscheid tussen goede en slechte mensen. Het bestaan in de sheol is een bestaan van negaties, vergelijkbaar met dat van de Griekse schimmenwereld. Enkel in het boek Daniël wordt gesuggereerd dat er op het einde der tijden een oordeel geveld zal worden.[2]
In het Nieuwe Testament verwijst Jezus uitdrukkelijk naar een plaats van eeuwige bestraffing en lijden (onder meer in Matteüs en Lucas). De hel wordt hier geconcipieerd als eeuwig. De hel wordt derhalve ook wel "eeuwige straf" of "eeuwige verderfenis" genoemd. Uit de hel is volgens de christelijke leer geen bevrijding mogelijk.
Het christelijk concept van een bestaan na de lichamelijke dood als ziel is gedeeltelijk overgenomen uit onder meer de Egyptische en de Griekse mythologie (zie ook Platoen Pythagoras) en vermengd met mazdeïstische elementen. De christelijke leer beweert dat 'God een God van levenden is en niet van doden'. Wat wil zeggen dat de dood niet meer bestaat daar Christus haar heeft overwonnen door zijn Opstanding. De leer van de christenen dat de ziel onsterfelijk is en na de wederkomst van Christus met een verheerlijkt lichaam tot nieuw leven zal opstaan, verenigt lichaam en ziel opnieuw met elkaar. Sommigen zoals jehova's getuigen en zevendedagsadventisten, geloven in een tijdelijke rusttoestand van de dood tot de opstanding. In het Nieuwe Testament speelt de hel wel een rol als plaats waar na het eindoordeel op de Dag des oordeels, de goddelozen naartoe worden gezonden, terwijl de rechtvaardigen een nieuwe hemel (heelal) en een nieuwe aarde beërven (Openbaring 21:1-8)[3] waar voor de dood en het lijden geen plaats meer is.
Hel in het Islam
De islam gebruikt namen die zijn afgeleid van de Gehennavallei nabij de oude stad van Jeruzalem. In het Arabisch al-nar (het vuur) of jahannam (جهنم). De hel is in de islam de bestraffingsplaats voor de menselijke ziel na de dood. Mensen kunnen na de dood, afhankelijk van hun aardse daden en geloof, naar de hel of naar het paradijs gaan. De hel is volgens de islam bestemd voor drie soorten mensen;
- Kafirs(diegenen die een of meer geloofsbeginselen van de islam ontkennen)
- Sjirks(diegenen die niet in de eenheid van God geloven)
- Moenafieks(diegenen die zich voordoen als gelovigen in de islam maar in werkelijkheid niet geloven)
Deze groep mensen gaan uiteindelijk naar de hel die weer uit zeven graden of lagen bestaat. De hel is in de islam een plaats voor eeuwige vernedering en bestraffing voor ongelovigen. Volgens de islam gaanzondige moslims ook tijdelijk naar de hel. De zielen van deze zondige moslims worden daar zogenaamd "gereinigd" voordat ze de heilige bestemming, het paradijs, mogen betreden. Aangezien Gods aanwezigheid aldaar is, is het niet mogelijk om daar te komen als zondaar. Hoelang zij daar zullen verblijven is afhankelijk van de mate, soort van de zonde en van Gods genade.
Er bestaan overigens bij de islamitische stromingen wel wat afwijkingen op details over het bovengenoemde. De Koran noemt de hel ook wel met verschillende benoemingen zoals "vuur", "niet terugkeerbare val uit een afgrond", "ongelooflijke vuur en vlam" en "vuur zonder rook". Ook geeft de Koran in sommige aya de toestand van mensen die (al) in de hel zijn. Volgens de Koran zal God de moeshrieks voor eeuwig in de hel houden en zullen zondige, maar wel gelovige mensen, na de tijdelijke "zielenreiniging" in de hel, naar het paradijs gaan. Volgens de islam zullen de moeshrieks (diegenen die deelgenoten toekennen aan God) in de "laatste" (lees; ergste) hel komen. De heer en bewaker van de hel is volgens de islam, de engel Maalik (مالك). Daarentegen is de heer en bewaker van het paradijs, de engel Ridwan (رضوان).
Hel in het Boeddhisme
Het boeddhisme maakt onderscheid tussen veel verschillende hellen, die variëren in de intensiteit en frequentie van de ervaren pijn. Er is in het boeddhisme geen sprake van een hogere macht die beslist of iemand naar een hel gaat of niet; alleen iemands eigen karma is hiervoor verantwoordelijk. Een leven in een hel is slechts tijdelijk; wanneer dat leven beëindigd is (doodgaan), kan men weer als een mens, als een dier, als een geest of in een hemel wedergeboren worden. (zie ook: Boeddhistische kosmos).
Volgens de boeddhistische leer bestaat er geen permanente, onveranderlijke ziel, en deze kan daarom ook niet in een hel wedergeboren worden. Wat volgens de boeddhistische theorie plaats vindt is dat het bewustzijn, na de dood, een nieuw leven 'oppakt' in een hel als gevolg van de slechte acties (slecht karma) die in het verleden gedaan zijn. Ook de huidige staat van geest is van invloed. Veel verhalen over de boeddhistische hel zijn te vinden in het literaire genre van de delok.
Maak jouw eigen website met JouwWeb